vrijdag 20 mei 2011

Schriftje

Met trillende handen opent Datzelaar de doos. Hij staat al jaren op zolder, maar hij kon het nooit. Te dichtbij. Ook na al die jaren. De spullen van mama. Ze ging dood toen hij veertien was. Ineens. Drie dagen ziek en poef. Weg. Hij is nu net zo oud als zij destijds. Het is tijd, voelt Datzelaar.

Als de doos op tafel staat bekijkt hij hem eerst. Het is toch een soort kadootje. Het plakband dat de doos dicht moest houden is vergaan. Celluloid, denkt Datzelaar, al heeft hij dat maar één of twee keer echt gezien. Als je het aanraakt verkruimelt het. De lijm heeft gele sporen achtergelaten op de doos van dik karton.

Voorzichtig opent Datzelaar de klep. Bovenop ligt een foto. Van een kleine Datzelaar. Bij mama op schoot. Papa ernaast. Niet pa. Nee, zijn echte vader. Ze lachen. Een gelukkig gezin. Toen nog wel. Onder de foto liggen wat oude rekeningen. Het huurcontract van hun kleine huisje. Een brief van de notaris. De doktersrekening. Wel betaald, maar waarom eigenlijk. 'No cure, no pay' was beter geweest, denkt Datzelaar. Beroepsdeformatie.

En dan ziet hij het schriftje. Ongeveer een centimeter dik. Rood, met donkere vlekken. Een gelig etiket. Mama's handschrift. Als hij leest wat er staat verstijft Datzelaar. Hij huilt, maar merkt het niet. Alles komt terug. Alles wat hij zo zorgvuldig weggestopt had. Alle verdriet. En pijn. En vreugde. De vakantiedagen aan de kust. Het kleine huisje met de kippen. De gedachten vechten om zijn aandacht, maar steeds als er één gaat winnen komt er een nieuwe binnen.

Alles door dat ene woordje. Die drie letters. Die hij nooit meer zou gebruiken. Hij heeft ze zesentwintig jaar niet meer gezien. Of gehoord. Als hij een beetje bijgekomen is leest hij het etiket opnieuw. En opnieuw. En nog eens.

Het staat er echt. In mama's handschrift. 'Voor mijn lieve Eus'. Eus. Zijn voornaam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor je reactie!