donderdag 7 april 2011

Op bezoek

Het grind knerpt onder zijn voeten als hij het pad op loopt. Het geluid bezorgt Datzelaar nog altijd kippevel. Het doet hem denken aan de eindeloze reeks stappen die hij achterliet op weg naar het kolenhok. Eten niet op? In het kolenhok. Gras niet gemaaid? In het kolenhok. Een onvoldoende? In het kolenhok. Meestal voorafgegaan door een harde klap van de eeltige hand van pa. Een hand als een kolenschop. Pa, voor wie het nooit goed genoeg was. Die nooit tevreden was. Altijd boos. Pa, die na de dood van mama een boze, wrokkige en in zichzelf gekeerde man was geworden. Pa, die eigenlijk niet zijn echte vader was.

Afijn, dat was vroeger. Vroeger is geweest, denkt Datzelaar opgewekt. Vandaag is wat telt. En tegenwoordig is hun relatie een stuk beter. Datzelaar zegt nu gewoon wat hij vindt. Schaamt zich niet meer voor zichzelf. En pa luistert nu tenminste ook eens. Wordt niet meer gelijk boos. Misschien is hij zelfs wel trots op zijn stiefzoon, al zegt hij dat nooit.

'Dag pa', zegt Datzelaar. 'Het is mooi weer vandaag. Ik dacht, ik kom maar weer eens langs. Ik heb bloemen mee'. Hij haalt het folie van de bos. Tulpen. Niet al te duur, maar dat doet er niet toe.

Datzelaar bukt. Nadat hij de herfstbladeren heeft weggeveegd legt hij de bloemen op het graf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor je reactie!