maandag 4 april 2011

Baksteen

'De mens is een baksteen', bedenkt Datzelaar.

Hij fietst langs de rij huizen. Veertien stuks. Netjes naast elkaar. Zo hoort dat in Nederland. Alleen de tuintjes verschillen. 'Eén baksteen is niets, nutteloos. Maar samen vormen ze een huis. De huizen een rijtje. De rijtjes een stad. De stenen weten het zelf niet. Ze zien het verband niet. Dat kunnen ze niet. Het verband ziet men pas op afstand', mijmert Datzelaar.

'De stenen kennen geen tijd. Ze zíjn gewoon. De onderste steen heeft het zwaar, maar hij is even belangrijk als de bovenste. Dat maakt alle stenen gelijk', In zijn nopjes met dit inzicht besluit hij voortaan te leven als een baksteen. Met respect en begrip en dankbaarheid voor de stenen die hem omringen.

Vol van zijn baksteen-zijn stopt hij voor een auto die hem voorrang verleent. Vriendelijk gebaart hij dat de auto door kan rijden.

De vrouw achter het stuur kijkt hem verbaasd aan. Terwijl ze gas geeft wijst ze naar haar voorhoofd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor je reactie!