zondag 22 mei 2011

Inspiratie

Datzelaar kijkt naar de prullenmand. Vol proppen, inmiddels. Het nieuwe blauwe schriftje ziet er al niet meer uit. De helft van de bladzijden heeft hij eruit gescheurd. Ontevreden over het resultaat. Soms al na drie letters. Idioot eigenlijk. Kunstenaars hebben dat ook. Soms. Bang voor de leegte van het doek. De eerste streep. Dat die niet klopt. En dus alles niet.

Maar ja, denkt Datzelaar, die zíjn tenminste al kunstenaar. Hij heeft nog niets zinnigs opgeschreven. Het telefoontje van Daphne was fijn. Even praten met iemand. Net nu. Hij vertelde over het schriftje van mama. Ze vroeg of hij ook schreef. Datzelaar zei nee, maar het leek hem wel een goed plan. Als mama zo mooi kon schrijven kan hij dat toch ook? Kwestie van DNA, lijkt Datzelaar.

Maar hoe dan ook, het wil niet zo lukken. Hij wil teveel in één keer, lijkt het wel. Of hij weet wat hij wil, maar krijgt het niet op papier. Of andere gedachten verdringen zijn eerste ingeving. Uiteindelijk besluit hij om er maar mee te stoppen. Schrijven is niet voor hem weggelegd. Vandaag niet.

Datzelaar zet koffie en kijkt uit het raam. Zijn vingers spelen met de pen, maar hij merkt het niet. Ziet niets. Zijn hoofd is ergens anders. Bij mama. Bij Daphne. Als Datzelaar een slok wil nemen merkt hij dat zijn koffie koud is. Hij staat op om nog vers in te schenken. Dan valt zijn oog op het papier. Hij leest wat hij opgeschreven heeft. Onbewust.

'onbekende
ik hoor  
of 
zie

niets  
en 
niemand

wie
waar
wanneer

toch -
je bent
vertrouwd

altijd ergens 
dichtbij
hier en nu 

in mij '

Dat is in ieder geval iets, denkt Datzelaar. Hij neemt een slok koffie. Koud.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor je reactie!