zondag 12 juni 2011

Vriendje

'Hoi pap, dit is mijn nieuwe vriendje. Hij heet Helmut'. Voor Datzelaar staat een stoffig type met dreadlocks tot aan zijn knieën. Op de rug gezien lijkt hij een jaar of 25. Van voren minstens 55. Maar goed, dat kan ook het stof zijn, spreekt Datzelaar zichzelf moed in. Hij komt hem bekend voor, maar kan hem niet direct plaatsen. Komt wel. 'Dag Helmut', zegt hij, terwijl hij zich afvraagt hoe Flip in dit plaatje past. 'Hallo', zegt Helmut met een piepstem. En een Duits accent. Helmut steekt hem een hand met smeervlekken toe. Niet te ontwijken. Datzelaar besluit er zo hard mogelijk in te knijpen, maar het is duidelijk dat Helmut graag sleutelt.

Helmut en Eline ploffen neer op de bank. Een raar duo, vindt Datzelaar. Eline het luxe modepopje en deze piepende automonteur. Ineens bedenkt Datzelaar waar hij hem van kent. Eén van de hippies uit Flips gevolg. Als Helmut even naar de WC is vraagt Datzelaar hoe het nou zit. Met Helmut. Met Flip. Tot zijn verbazing zegt Eline: 'Ik hou van ze allemaal, pap. Allemaal even leuk. Op hun eigen manier'. Datzelaar begrijpt haar wel een beetje. En vraagt maar niet verder. Dat leidt maar tot ingewikkelde discussies. Met oordelen. En veroordelingen. Het is ook zijn zaak niet, tenslotte. Maar hij weet nu al dat Tineke binnenkort weer belt. Jammer dat het allemaal zo moet. Altijd. Zonder kennis van zaken. Zonder oog voor de ander. Hij heeft met Eline te doen.

Als Helmut en Eline vertrokken zijn pakt hij zijn blauwe schriftje. Even schrijven. Dat lucht op.

"-pleidooi-
edelachtbare
ik beken 
geen pardon
veroordeel mij want
mijn misdaad is
liefde"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor je reactie!