woensdag 8 juni 2011

Vraagje

Ping, doet de telefoon van Datzelaar. Een SMS-je van Daphne. Met een vraag. "Wat zou je vragen als je God een vraag mocht stellen?" Goede vraag, denkt Datzelaar. Daar gaat hij eens even over nadenken. Beginnen bij het begin. Om een vraag te stellen aan God is het wel handig dat hij bestaat. Maar in welke vorm dan? Datzelaar gelooft zeker niet in een God in Sinterklaasvorm. Een wijze man die van bovenaf alles bestiert. Maar wat dan?

Datzelaar heeft eerder het gevoel God niet los staat van het universum. Of de universums. Eerder dat alles in het universum en daarbuiten uit God voortkomt. Bij elkaar opgeteld God is. Iedereen is dan een stukje van God. Zoals de cellen van Datzelaars eigen lichaam. Dat komt eigenlijk nog het dichtst bij zijn Godsbeeld.

Datzelaar denkt aan zijn vrienden. Kennissen. Iedereen eigenlijk. Hoe we op zoek zijn naar gezelschap. Erkenning. Herkenning. Geld. Macht. Liefde. Sex. Aandacht. Alles om maar niet alleen met jezelf te hoeven zijn. De oneindige eenzaamheid die de kern is van het bestaan. Het eeuwige zoeken naar compleetheid.

Datzelaar voelt ineens een intens medelijden. Met God. Want als hij als nietig celletje zich al zo voelt, hoe moet dat dan zijn voor het Grote Geheel? Oneindig maal versterkt? Hij pakt zijn telefoon en tikt in:  "God, bent u niet verschrikkelijk eenzaam?"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor je reactie!