zaterdag 15 juni 2013

Een beetje stuk

Datzelaar kijkt in haar ogen. Rood, betraand. En zelfs dan nog steeds peilloos diep en vooral: ongelooflijk mooi. Elke keer weer kan hij volkomen de weg kwijtraken als hij haar aankijkt. Datzelaar is zich ineens bewust dat hij denkt dat hij precies weet hoe ze zich voelt. 'Wat een ingewikkelde constructie', denkt hij onwillekeurig, terwijl hij haar handen vastpakt.

Haar pijn, haar tranen, de onderstroom van verdriet die er altijd is en soms aan de oppervlakte komt; hij herkent het allemaal. Kent het o, zo goed. En toch... als zíj er is maakt het voor hem allemaal niets uit. Dan verbleken al zijn zorgen en verdwijnt het verdriet. Om plaats te maken voor een weten dat alles uiteindelijk goed komt. Hoe dan ook.

Het is maar zelden dat zij zelf laat zien hoe ontzettend veel pijn ze heeft. Verledenspijn, noemt ze het weleens. Op zulke momenten schaamt Datzelaar zich een beetje. Dan voelt hij zich nogal een egoïst; alleen bezig met zijn eigen wereldje.

Ineens heft ze haar hoofd op: 'Eus', fluistert ze zacht, 'soms denk ik dat de wereld gek is geworden, behalve jij en ik... zou dat kunnen, Eus? Dat we gek zijn?' Datzelaar slikt. Zij is de enige die zijn voornaam gebruikt. Eugène. En zelfs dat bijna nooit. Dat ze hem nu gebruikt geeft wel aan hoe ze zich voelt.

Datzelaar slikt de brok in zijn keel weg en slaat zijn armen om haar heen. Met haar rug tegen zijn buik staren ze een tijd lang over het water. De stilte valt als een welkome, troostende deken over hen heen. Dan zegt Datzelaar zachtjes in haar oor: 'Nee, Daphne, we zijn niet gek. Jij niet en ik niet. Hooguit een beetje stuk'.

In de verte krijst een meeuw. De nevel smoort het geluid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor je reactie!