donderdag 11 augustus 2011

Struiken

Datzelaar neemt een slok van zijn koffie als zijn oog valt op een klein berichtje. Halve kolom, nee, een kwart. Van het plaatselijke sufferdje. Op tabloid-formaat. Al met al nog geen vijf zinnen dus. 'Bewoners rooien struiken', luidt de kop. Omdat de gemeente de struiken niet wilde rooien hebben de bewoners het zelf gedaan. De struiken waren namelijk niet handig. Ze hadden stekels. En daar gaan de ballen op lek, van de buurtkinderen.

Meestal begrijpt hij de de gemeente niet, maar dit keer wel. Hij kent de straat. Veel geparkeerde auto's. Een brede stoep. En struiken. Met stekels inderdaad. Waarschijnlijk omdat er anders kinderen doorheen lopen. Of volwassenen. Omdat troep blijft liggen tussen perkbloemen. Omdat het op deze bodem de beste plantkeuze is. Hij kan zich duizend redenen voorstellen om deze struiken te plaatsen.

Datzelaar vraagt zich af wat er in de buurtbewoners omgaat. Waarom een plastic bal belangrijker is dan iets dat leeft. Waarom de buurt niet collectief wordt beboet. Hij weet ook wel bomen te staan die hij liever niet had. Of stoepranden. Hekjes. Paaltjes. Maar ze weghalen? Wat slecht is voor de een is weer goed voor de ander, herinnert hij zich.

De laatste zin van het berichtje geeft aan dat de bewoners de lege perken zelf gaan vullen met planten en bloemen zonder stekels. Hij grinnikt. En duimt voor de planten dat er geen buurtbewoners met hooikoorts zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor je reactie!