maandag 8 augustus 2011

De tijd van het jaar

'Ik weet het niet meer'. De man voor hem kijkt treurig. Hangende schouders. Datzelaar kent hem zo niet. Normaal vastberaden. Kwiek. Weet altijd de oplossing. Voor alles. Ook als er geen probleem is. De man zucht en zegt: 'Het is over'. Hij zucht nog eens en kijkt verdrietig in zijn lege kop koffie. Datzelaar kan het eerst niet plaatsen. Zo goed kent hij de man niet. Dan hervat de man het gesprek: 'En ze komt niet meer terug. Althans, dat zegt ze'. Hij heeft geen idee wat hij nu moet.

En dan legt hij het uit. Over dat het al een tijdje niet goed ging. Tussen hun. Had ze wel eerder gezegd, maar hij vond het wel meevallen. Deed zijn best. Loste het wel op. Alles onder controle. Maar nu blijkt dat er niets onder controle was. Ja, bij hem wel. Maar bij haar niet. En nu zit hij met de gebakken peren. Datzelaar is verbaasd. Dat een onbekende zijn problemen bij hem neerlegt. Maar nog meer over het verhaal van de man. Het verhaal dat hij de laatste tijd zo vaak hoort. Een verhaal van misplaatste verwachtingen en teleurstellingen. Van uit elkaar groeien. Van groei in verschillende richtingen. Ontwikkeling bij de een en stilstand bij de ander. De zoektocht naar geluk. Wat uiteindelijk ook niet van die ander blijkt te komen.

Eigenlijk is het het verhaal van Datzelaar zelf. Met Tineke. Maar toen hoorde je dat verhaal minder vaak. Leek het. Hij schraapt zijn keel en vraagt: 'Heb je kinderen?'. De man breekt. Hij heeft er twee, stamelt hij. Eén van zes en één van acht. En dat vindt hij nog het ergste. Hoe dat nu verder moet. Hij komt er wel weer overheen, maar die kleintjes, dat weet hij nog zo net niet. Datzelaar legt zijn hand op de hand tegenover hem. 'Dat komt ook wel goed', zegt hij zachtjes. 'Alles komt altijd goed. Het gaat zoals het gaat. Het is zoals het is. En dat is goed'. De man kijkt hem aan met betraande ogen: 'Denk je?'.

'Ja', zegt Datzelaar beslist. 'Dat denk ik. En dat wéét ik'. Hij legt een briefje van vijf euro op de tafel voor de koffie. Buiten staat een gure wind. Het gaat niet goed met de wereld, bedenkt Datzelaar, en zet zijn kraag op. We begrijpen elkaar niet meer. En onszelf niet. Hij hoopt maar dat het de tijd van het jaar is. Dan waait het wel weer over.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor je reactie!